mobiel zoek icoon

Rivka: ‘ik kijk uit naar Zijn wederkomst…’

Rivka Lazarocici is bewoonster van Ebenezer Home in Haifa, zij is één van de vele (oud-)bewoners van wie het getuigenis is vastgelegd. Rivka werd een half jaar voor het eind van de Tweede Wereldoorlog geboren in Roemenië. Ze groeide op onder het communisme, maar kwam al op jonge leeftijd tot geloof in Jezus dankzij een vriendin. Haar familie accepteerde dat niet en van het regime mocht het niet. Hier volgt haar verhaal.

Getuigenis Rivka Lazarocici

(opgetekend door Ebenezer Home)

“Mijn naam is Rivka (Rebekka) en ik ben in 1944 geboren in een traditioneel Joodse familie in Roemenië. Door Gods genade heb ik Jezus aanvaard als mijn Heer en Verlosser in 1962.

Ik kende de Bijbel niet omdat Roemenië destijds onder het communisme was. Op school werd niets over religie verteld, maar alles over het socialisme. Thuis kreeg ik wel de Joodse traditie mee, maar ik begreep nooit iets van die geschiedenis of ook maar iets van de Bijbel.

Ik kreeg polio toen ik anderhalf jaar oud was en daarom kwam ik later in een sanatorium terecht. Door Gods voorzienigheid deelde ik de kamer met een meisje uit de volken dat een wedergeboren gelovige in Jezus was. Ze wist dat ik Joods was en sprak daarom niet met mij over haar geloof. Ze gaf me alleen wat hints, waar ik eigenlijk niets mee kon. Op een dag kreeg ze bezoek van een groep jongeren uit Boekarest. Ze stelde mij voor als haar kamergenote en ik wist niet dat deze mensen ook gelovigen waren.

Toen ik terugging naar mijn geboortestad om te studeren, bleef zij achter in het sanatorium. In de winter van 1962 nadat zij ook naar huis was gegaan, nodigde ze mij uit om de vakantie met haar familie door te brengen. Het was Oudjaarsdag en ik dacht dat we die zouden doorbrengen op een typische wereldse manier: dansen, drinken en vrolijk zijn. Tot mijn grote verrassing, ging het heel anders. Ze dronken geen wijn en rookten ook niet, maar lazen de Bijbel, spraken daarover en zongen liederen. Ik wist niet hoe ik hiermee om moest gaan.

Ik hoorde ze zingen over de Here Jezus en na afloop vroeg mijn vriendin Andriana mij: ‘wat vond je hiervan?’. Toen vroeg ze mij wat ik ervan vond dat we over Jezus Christus als Zoon van God spraken. Ik vertelde dat ik dacht dat dit normaal was omdat ze niet Joods waren. Ze vroeg mij of ik in God geloofde. Ik bevestigde dat. Toen vroeg ze mij of ik tot Hem bad. Ik antwoordde dat ik dat deed als ik bijvoorbeeld kiespijn had.

De volgende dag kwamen haar ouders met ons bidden. Ik bad mee, maar voelde me hypocriet omdat het meer voor hen was dan voor God. Later kwam er een messiasbelijdende Jood, Izzy, die mij begon te vertellen over het Joodse volk en de Here Jezus. Ik vroeg hem of hij mij probeerde te overtuigen van het bestaan van een hemel en hel. Maar bij de volgende bijeenkomst begon ik toch te geloven in wat ze vertelden.

Ik wilde mijn eigen Bijbel hebben maar dat kon niet in Roemenië. Iemand wilde mij een Nieuw Testament verkopen, maar ik had daar geen geld voor. Ik ging terug naar school en had geen idee waar ik gelovigen zou moeten vinden. Iemand van de groep in Boekarest had me verteld dat er een zekere familie Barbun was die geloofde. Ze hadden een dochter van mijn leeftijd.

Ik kende een meisje van school met die achternaam. Op school vroeg ik of ik naast haar mocht zitten. Ik wist niet wat God op dat moment voor mij in petto had… Ze heette Ziforah, ik vond dat een vreemde naam. Ik wist niet dat dit Roemeens voor Ziporah was, de vrouw van Mozes. Ik vroeg of ze broers en zussen had, maar ze ontkende. Toen wist ik dat het niet de gelovige familie Barbun was.

God bracht mij in herinnering dat er iets bijzonders was met Ziforah, ik herinnerde mij dat klasgenoten grapjes over haar maakten omdat ze op zondag geen vrijwilligerswerk deed vanwege haar religie. Daarom vroeg ik haar of ze thuis een Bijbel had. Ze bevestigde dat. Ik was zo blij. Het bleek dat ze zelf geen gelovige was, maar haar ouders wel. En ze bleek bovendien wel 9 broers en zussen te hebben. Ik vroeg haar of ze wist waar bijeenkomsten van gelovigen waren en of ze me erheen wilde brengen. Dat wilde ze en ik was zo blij.

God werkte in die dagen op bijzondere wijze. Wij moesten ons huis uit omdat het werd afgebroken. Het huis dat we kregen, bleek naast het huis van een gelovige familie te zijn. Mijn ouders hadden intussen ontdekt dat er iets bijzonders met mij aan de hand was. Ik had geen Bijbel, maar wel drukwerk gekregen met het Evangelie van Johannes. Ik leerde 10 hoofdstukken want dat was alles wat ik had. Mijn ouders betrapten mij met de brochures en gooiden ze weg. Ze wisten nu zeker dat er iets verkeerds aan mij was. Toen ze eenmaal doorhadden dat ik veranderde, begonnen ze moeilijkheden te maken. Ze wilden de brieven die ik naar andere gelovigen stuurde eerst controleren. Het werd een moeilijke tijd.

Als mijn ouders op zondag weg waren, bezocht ik stiekem een bijeenkomst van gelovigen. Toen mijn moeder dat ontdekte, sloeg ze mij. Dit is iets wat gelovige Joden soms moeten ondergaan als hun familie niet begrijpt dat ze Jezus als Messias aannemen. Het is eigenlijk heel normaal dat ze het niet begrijpen. Ik had helaas niet meer de mogelijkheid om naar de bijeenkomsten te gaan.

Op een dag besloten mijn ouders naar Israël te verhuizen. We moesten 6 jaar wachten op toestemming. Mijn ouders dachten: ‘Eindelijk zal die onzin van Rivka verdwijnen, ze zal in Israël zijn en iedereen is daar Joods. Niemand gelooft daar in Jezus Christus,’ dachten ze.

Maar zoals we weten is de Heer overal en al helemaal in Israël en Hij had een speciaal cadeau voor mij. Toen ik Roemenië verliet had ik het adres van een Joods gelovig echtpaar dat eerder alijah maakte uit mijn hoofd geleerd. (…) Dit koppel bracht me naar een gemeenschap in Haifa en op 29 augustus 1964 ben ik gedoopt in het Meer van Galilea. Omdat het een openbaar strand was, waren er veel mensen, onder wie een journalist die een artikel schreef over mijn doop op Sabbat. Ik heb dat nog steeds.

In dat artikel stond dat er toen 250 messiasbelijdende Joden in Israël woonden. Toen kende ik ze allemaal, nu ben ik God dankbaar dat ik ze niet allemaal persoonlijk meer ken. Dank God dat het er nu 35.000 – 40.000 zijn, want er zijn duizenden geheime gelovigen (en dus meer dan de officiële cijfers zeggen).

Ik dank de Heer dat Hij trouw is , ik was dat niet altijd maar Hij hield mijn hand vast door alles heen. Ik ben blij dat ik in Ebenezer Home mag wonen en ik kijk uit naar Zijn Wederkomst.”

12-12-2022